In december 1998 gaf Dr. Laura Schlessinger haar visie over hoe de Bijbel spreekt over homoseksualiteit. In mei 2000 verscheen een anonieme open brief op het internet die deze zienswijze probeerde te weerleggen. Sommigen denken dat James M. Kauffman de brief geschreven heeft, anderen “verdenken” Mr. Kent Ashcraft. In de brief staat dat als homoseksualiteit fout is omdat de Bijbel het zegt, hoe moeten we dan omgaan met allerlei andere regels en wetten die in de Bijbel staan? Ik zag in januari 2019 een Nederlandse variant op Facebook verschijnen toen de Nederlandse vertaling van de Nashvilleverklaring werd uitgebracht. Hieronder de open brief en mijn reactie hierop. Hierbij heb ik dankbaar gebruik gemaakt van het commentaar van Pastor Kevin Lea op de originele Engelstalige brief. De tekst uit de brief staat schuingedrukt; mijn commentaar staat in het normale lettertype.

1. Leviticus 25:44 zegt dat ik slaven mag bezitten, zowel mannelijk als vrouwelijk, maar alleen als ze aangekocht zijn van buurlanden. Geldt dit nou alleen voor Duitsland en België? Een vriend zegt dat Engeland uitgesloten is, omdat de Noordzee er tussen ligt, maar ik zou toch wel heel graag een Brit bezitten!
Je moet Bijbelteksten altijd in hun context lezen. In de voorafgaande tekst staat dat als een volksgenoot verarmd is geraakt een ander hem als knecht in zijn huis mag opnemen. Daar krijgt hij kost en inwoning en komt zo dus niet om van de honger.
Buitenlandse slaven waren heidenen die ook God wilden dienen en in Israel wilden wonen. Grond moest eigendom blijven van de stam aan wie het toebehoorde. Verkopen aan een buitenlander was dus niet toegestaan. Een buitenlander kon wel bijvoorbeeld voor een Joodse boer gaan werken waar hij dan ook met zijn hele familie bij in trok. Dit was dus op geheel vrijwillige basis en heeft niets te maken met de slavernij waarbij mensen tegen hun wil vanuit bijvoorbeeld Afrika naar Europa werden gehaald.

2. Ik wil een van mijn dochters als slaaf verkopen, zoals toegestaan volgens Exodus 21:7. Volgens Leviticus 27:4 is een vrouw dertig gram zilver waard, maar onder de twintig jaar is ze maar tien gram zilver waard. Als mijn dochters al wel volgroeid zijn, maar nog geen twintig, wat is dan in deze huidige economie een redelijke prijs?
Wanneer een dochter als “slaaf” werd verkocht dan was het de bedoeling dat ze met haar “meester” (of een van diens zonen) zou gaan trouwen. Dat blijkt ook duidelijk uit de erop volgende verzen 8-11. In de tussentijd waren ze verloofd. Bovendien mocht iemand alleen zijn kind verkopen uit armoede (zie Leviticus 25:39), dus niet om er rijk van te worden.

3. Een vriend zit met het volgende probleem: volgens Leviticus 15:19-24 mag een man geen contact hebben met een vrouw die in haar menstrueel onreine periode zit. Dat is wel wat lastig te zien. Hoe kan een man dit vermijden? Gewoon vragen valt tegenwoordig niet meer zo lekker, de meeste vrouwen nemen hier aanstoot aan.
Aangezien een menstruerende vrouw zich moest afzonderen, moet dat toch duidelijk te zien zijn geweest. De reden dat zijzelf en alles wat ze heeft aangeraakt onrein was, heeft vermoedelijk te maken met het feit dat bloed ziekteverwekkers kan bevatten. Dat schijnt vooral met menstruatiebloed het geval te zijn (zie https://www.verywellhealth.com/does-period-sex-increase-the-risk-of-getting-an-std-3133094). Uiteraard had men in die tijd nog geen weet van ziekteverspreiders als virussen en bacteriën. God wist dat uiteraard allemaal wel, dus had Hij regels ingesteld om bloedcontact zoveel mogelijk te vermijden. Tegenwoordig bestaan er producten als maandverband waarmee menstruerende vrouwen ervoor kunnen zorgen dat bloedcontact wordt vermeden. Ze hoeven zich dan ook niet meer af te zonderen en is ook niet langer alles wat ze aanraken onrein.

4. Als ik een stier op het altaar verbrand als offer, creëert dit een geur die God welgevallig is, aldus Leviticus 1:9. Ik krijg echter klachten van de buurt als ik dit doe. Zij vinden de geur niet welgevallig. Mag ik ze nu neerslaan?
De Joden mochten niet zomaar overal offers brengen. Dat mocht alleen op de door God aangewezen plaatsen (zie Deuteronomium 12: 13-14): eerst in de tabernakel en later in de tempel in Jeruzalem. Een achtertuin of balkon in dus geen toegestane plaats. Belangrijker nog: er hoeft ook niet meer geofferd te worden. De Here Jezus is voor ons gestorven aan het kruis waardoor al onze zonden vergeven kunnen worden. Zijn offer maakt alle andere offers overbodig.

5. In mijn straat zijn diverse mensen die maar blijven doorwerken op zondag, Sabbath. In Exodus 35:2 staat duidelijk dat ik ze moet doden. Ben ik nu moreel verantwoordelijk om ze zelf te doden, of mag ik de politie vragen dit voor mij te doen?
Volgens het Nieuwe Testament is deze maatregel niet meer nodig. Zie Romeinen 4:5-6, en Colossensen 2:16. Dat neemt niet weg dat we een dag per week moeten rusten. Wanneer we niet een dag per week vrij houden voor God, maar alle dagen willen werken en meer geld verdienen, hebben we dan wel echt een relatie met Hem?

6. Varkensvlees (Leviticus 11:7) en oesters en mosselen (Leviticus 11:10) zijn onreine dieren en mogen niet gegeten worden of aangeraakt worden, en wie ze aanraakt wordt zelf ook onrein. In mijn koor zitten een slager en een visboer, kan ik ze nog wel aanraken als ik handschoenen draag? Oh, en hoe zit dat met het aanraken van een voetbal, gemaakt van varkenshuid?
Veel voedselwetten moesten voorkomen dat mensen door hun eten ziek zouden worden of zelfs zouden sterven. Van schaaldieren is bekend dat ze heel lang gifstoffen vast kunnen houden. Nu waren en natuurlijk nog geen fabrieken die hun gif in het water loosden, maar er zijn ook bepaalde algen die gifstoffen kunnen produceren. Onder (voor hen) gunstige omstandigheden kunnen deze algen zich zeer snel vermenigvuldigen. De gehalte aan gifstoffen in schaaldieren kan dan een gevaarlijk niveau bereiken. Dat is aan de buitenkant niet te zien. Tegenwoordig kunnen we allerlei metingen verrichten om te bepalen of de schaaldieren veilig zijn voor consumptie. In de tijd dat deze wetten geschreven werden, kon dat natuurlijk nog niet. Mogelijk dat dit de reden is geweest waarom God het eten ervan verboden had.
Ook varkensvlees kan ziekmakende parasieten bevatten, vooral als het niet goed doorbakken is. Zelfs het aanraken van varkens zou bepaalde vormen van varkensgriep kunnen overdragen. Bewerkt leer is uiteraard veilig aan te raken.

7. Volgens Leviticus 21:20 mag ik Gods altaar niet naderen als ik een afwijking in mijn zicht heb. Ik moet toegeven dat ik een bril draag, maar met mijn bril zie ik wel scherp... is hier enige onderhandelingsruimte mogelijk?
Jezus heeft zo’n 2000 jaar het ultieme offer gebracht: Zichzelf. De Bijbel zegt duidelijk dat de oude offerdienst is afgeschaft. Er is dus helemaal geen altaar meer om te naderen en deze vraag is dus niet meer relevant. De reden dat slechtziende priesters destijds het altaar niet mochten naderen was wellicht omdat het niet slim is om met een mes en vuur om te gaan terwijl je slecht kunt zien. Als men in die tijd over brillen of andere hulpmiddelen had kunnen beschikken, was deze regel er misschien niet geweest.

8. Een priester moet trouwen met een maagd, aldus Leviticus 21:13. Daar hebben de katholieken dus al een probleem, hoe gaan de protestanten dit oplossen?
Volgens vers 10 gold deze regel alleen voor hogepriesters. Bovendien staat daar niet dat ze per se moeten trouwen, maar dat áls ze trouwen ze met een maagd moeten trouwen. Ik heb niet zoveel verstand van de Roomse kerk, maar volgens mij hebben ze daar ook geen hogepriesters. Protestanten kennen al helemaal geen priesters, dus ik zie niet welk probleem zij zouden moeten hebben. En al bestonden hogepriesters nog in het christendom, wat is het probleem van het trouwen met een maagd?

9. Bijna alle mannen en veel vrouwen in mijn omgeving laten hun haar knippen, óók het haar bij hun slapen. Dit is expliciet verboden in Leviticus 19:27. Hoe moeten ze ter dood gebracht worden?
Uit de context blijkt wat de bedoeling is van dit vers. Zowel het voorafgaande als het volgende vers gaan over occulte praktijken. Kennelijk scheerden mensen die zich daarmee bezig hielden het haar bij hun slapen weg. Geen idee waarom, maar dat gebeurde blijkbaar. Om elke schijn weg te nemen dat Gods volk zich ook inliet met occulte praktijken, mochten zij hun haar daar juist niet wegscheren.

10. Een oom van mij heeft een zondige boerderij, want hij plant twéé soorten gewassen in één veld. Daarmee overtreedt hij Leviticus 19:19. Zijn kinderen zijn volgens datzelfde bijbelvers ook zondig, want ze dragen kleding gemaakt van meer dan één soort stof: hun jassen zijn van katoen en polyester.
Nog lastiger: zijn vrouw heb ik 'gvd' horen vloeken. Nou is het best een heel gedoe om het hele dorp bij elkaar te krijgen om haar te stenigen, zoals Leviticus 24:10-16 voorschrijft. Mogen we ze niet gewoon in een privé-familie-aangelegenheid op de brandstapel verbranden, zoals we doen met mannen die het met hun schoonmoeder aanleggen, zoals voorgeschreven in Leviticus 20:14?

Volgens mij weten boeren al lang dat het niet slim is om meerdere soorten gewassen in één veld te planten of te zaaien. Lijkt me ook erg onhandig met oogsten.
We weten niet goed waarom er geen kleren gedragen mochten worden van wol en linnen door elkaar (want dat zijn die twee stoffen volgens Deuteronomium 22:11). Misschien was de kleding zo slijtvaster. Of was het om zich te onderscheiden van de omringende heidenvolkeren.
Als een vloeker ten overstaan van het hele dorp gedood zou worden, zou je je toch wel een paar keer bedenken voordat je vloekt. En dat was precies de bedoeling van deze maatregel. God had hen net een mooi en goed land gegeven. Daarom was het belangrijk dat iedereen in Israel wist dat je die God niet mocht vloeken.
Leviticus 20:14 staat in een hele rij met seksuele uitspattingen waar hun buurlanden zich mee bezig hielden, maar waar de Joden zich van moesten onthouden. Wanneer de daders niet gedood zouden hoeven te worden, zou men denken dat het niet zo erg is. Binnen de kortste keren zouden de Joden net zo zijn als de heidenvolken en niet meer Gods heilige, apart gezette volk. Dat moest absoluut voorkomen worden. Nu zijn de praktijken die in deze verzen genoemd worden nog steeds verboden. Als een ongelovige dergelijke dingen doet, hoeft er niet gelijk de dood op te volgen; er is nog tijd voor bekering en vergeving. Een ongelovige behoort (nog) niet tot Gods volk dus gooit hij of zij ook niet Gods Naam te grabbel wanneer hij of zij dergelijke dingen doet. En als je als christen zoiets doet? Ben je dan wel echt een christen? En christen wil als het goed is niet zondigen. Niet omdat het moet of uit angst voor straf, maar uit liefde. En ja, ook voor deze zonden is vergeving mogelijk, maar – om in dezelfde terminologie te blijven – je speelt met vuur!

11. Mijn collega's lezen de horoscoop in de krant. Volgens Leviticus 19:26 mag je je niet inlaten met waarzeggerij. Hoe lang moet ik ze onrein beschouwen?
Waar staat dat je ze als onrein moet beschouwen? Hoe dan ook, ga met ze in gesprek waarom ze die horoscoop lezen. Geloven ze er echt in? En waarom? Dat lijkt me zinvoller dan ze als onrein beschouwen.