Waarom zien we een geleidelijke toename in schedelinhoud bij de fossielen van mensachtigen, precies zoals je op grond van evolutie mag verwachten?
(Dit is een van de vragen op pagina http://www.deatheist.nl/index.php/artikelen/665-vragen-voor-welwillende-creationisten)

De vraag veronderstelt eigenlijk al dat het evolutiemodel juist is, onder andere door het woord "mensachtigen" te gebruiken. De site waar de vraag naar verwijst, laat ook grafieken zien die beginnen bij miljoenen jaren geleden.

Waarom zouden we op grond van evolutie mogen verwachten dat de schedelinhoud toe zou nemen? Zijn grotere hersenen beter? Mannen hebben gemiddeld grotere hersenen dan vrouwen. Zijn ze daarmee slimmer of verder geëvolueerd dan vrouwen? De hersenen van olifanten zijn nog veel groter dan die van mensen; zijn ze ook slimmer? Nu is een olifant natuurlijk ook veel groter en zwaarder dan een mens. Misschien moeten we kijken naar de relatie tussen schedelinhoud en het gewicht zoals ook de onderste grafiek in het artikel laat zien. Die laat zien dat zowel het gewicht als de schedelinhoud in de loop der tijd zouden zijn toegenomen. Alleen de schedelinhoud is sneller toegenomen dan het gewicht. Ik zie alleen geen verklaring waarom dit zou betekenen dat de mensachtigen daarom ook slimmer zouden zijn geworden. Want dat is toch wat je op grond van evolutie mag verwachten. Je kunt overigens vreemde conclusies trekken wanneer je de schedelinhoud gaat vergelijken met de grootte van het dier. Dan zouden spitsmuizen ineens superslimme beesten moeten zijn; die hebben namelijk gigantische hersenen in verhouding tot de rest van hun lichaam.

Neanderthalers blijken trouwens een grotere schedelinhoud te hebben gehad dan "moderne" mensen. In Indonesië zijn juist bijzonder kleine menselijke schedels gevonden. Toch is duidelijk dat deze mensen stenen gereedschappen en boten konden maken.

Conclusie: schedelinhoud zegt dus misschien minder over intelligentie dan we zouden denken. De geleidelijke toename is dan ook geen bewijs voor het evolutiemodel.