kennislink.nl, 6 maart 2009

Kennislink heeft een aritkel en folder gepubliceerd met de titel "Evolutie, zo zit het". Het is bedoeld als reactie op de creationistische folder Evolutie of Schepping? Wat geloof jij? die onder zes miljoen huishoudens is verspreid.

De evolutiefolder begint met een verhaal over musjes die niet allemaal precies dezelfde snavel hebben. De ene heeft een vorm waarmee het in de vetbollen en pindanetjes kan pikken en zo een strenge winter kan overleven. Een ander musje heeft toevallig (!) een snavel waarmee dat niet kan en zal een strenge winter niet overleven en dus ook geen nakomelingen krijgen. "Evolutie in actie!" jubelt de folder. Wat men echter niet vertelt, is dat dit een vorm van micro-evolutie is; een vorm van evolutie waar creationisten geen problemen mee hebben. Jammer overigens dat dit niet in de creationistische folder werd verteld; het had een hoop misverstanden en vooroordelen over het creationisme weg kunnen nemen.

Volgens de folder zou Darwin "evolutie in actie" hebben gezien toen hij in de negentiende eeuw de Galapagoseilanden bezocht en daar vinken met verschillende snavels zag. Deze "vinken van Darwin" worden door meer evolutionisten aangehaald. Maar voor dit "bewijs" voor evolutie geldt natuurlijk hetzelfde als voor de musjes: het zijn en blijven vinken. Wat men er ook niet bij vertelt is dat bij droogte de vinken een grotere snavel krijgen. Maar als het later weer gaat regenen, worden de snavels weer kleiner. Uiteindelijk vindt er dus helemaal geen verandering plaats.

Ook honden evolueren en het zou best kunnen dat ze uit de wolf zijn ontstaan. Ook dit is micro-evolutie.

Darwin dacht toen: Als evolutie voor elk ander dier geldt, waarom dan niet voor de mens? En hij heeft gelijk. Ook mensen evolueerden (en doen dat nog steeds). Er zijn mensen met een donkere en mensen met een lichtere huid, mensen met blauwe ogen en mensen met bruine ogen, kleine mensen en lange mensen, enzovoort. Al deze mensen zijn ontstaan uit dezelfde voorouders. Het verschil tussen een evolutionist en een creationist is dat een evolutionist gelooft dat deze voorouders apen waren, en dat een creationist gelooft dat deze voorouders Adam en Eva waren. Het artikel stelt dat de wetenschap Darwin (en daarmee dus ook de evolutionisten) gelijk geeft. "Wetenschappers vonden overblijfselen van een soort aapmensen die langzaam rechtop gingen lopen, hun haar verloren en gereedschap leerden gebruiken", zo vermeldt het artikel. Dit is klinkklare onzin. Alle zogenaamde aapmensen bleken achteraf 100% aap of 100% mens te zijn. Je kunt aan een fossiel ook niet zien of het gereedschap gebruikte. En hoe kun je de hoeveelheid beharing achterhalen als je alleen skeletten vindt?

Vervolgens wordt verteld hoe de 'oercel' is ontstaan: moleculen in de oersoep botsten tegen elkaar aan. Meestal gebeurde er niets, maar op een gegeven moment haakten moleculen in elkaar en zo ontstonden moleculen die zichzelf konden kopiëren. Het is net een loterij: de kans dat je wint is heel klein, maar als je maar vaak genoeg meedoet, win je vanzelf een keer. De vergelijking met een loterij gaat echter niet op. Om leven bij toeval te laten ontstaan (als dat al mogelijk is), moeten een heleboel loterijen gewonnen worden. En als er een wordt verloren, is er een grote kans dat er weer helemaal opnieuw begonnen moet worden. Het artikel zegt dat laboratoriumexperimenten hebben aangetoond dat de voornoemde theorie heel waarschijnlijk is. Men doelt op het experiment van Stanley Miller. Simpel gezegd creëerde hij een oersoep en bestookte die met elektrische vonken die bliksemflitsen moesten voorstellen. Hierdoor ontstonden er aminozuren, de bouwstenen van het leven. Wat men er niet bij vertelt is dat er slechts enkele aminozuren ontstonden en niet alle benodigde. Ook vermeldt men niet dat de aminozuren direct afgevoerd moesten worden: een nieuwe vonk zou ze weer uiteen laten vallen. Verder is een 'echte' bliksemflits vele malen krachtiger dan de vonken van Miller. Ik vraag me sterk af of een echte bliksemflits ook aminozuren zou laten ontstaan. En misschien is de belangrijkste omissie in het artikel nog wel het feit dat aminozuren zichzelf niet kunnen vermenigvuldigen! Aminozuren zijn de bouwstenen van eiwitten. Ons DNA bevat informatie hoe de eiwitten opgebouwd moeten worden. DNA kan zichzelf vermenigvuldigen, aminozuren kunnen dat niet. Dat botsende moleculen toevallig iets vormen wat zichzelf kan vermenigvuldigen is buitengewoon onwaarschijnlijk. Dat experimenten zouden hebben aangetoond dat dit wel kan, is gewoon niet waar.

Vervolgens stelt de folder dat fossielen een bewijs vormen voor evolutie. De onderste lagen zijn het oudst en de daarin liggende fossielen dus ook. Zo kan men precies de evolutie van het leven op aarde volgen. Wat men niet vertelt is dat vele fossielen er precies zo uitzien als de huidige levensvormen. Ook niet dat vele fossielen in de 'verkeerde' aardlaag gevonden worden: die dieren hadden al uitgestorven moeten zijn of zouden nog niet moeten zijn ontstaan. Creationisten geloven dat vele (maar niet alle) aardlagen en fossielen ontstaan zijn door de zondvloed. Hogere diersoorten vluchtten naar hoger gelegen gebieden, maar zijn uiteindelijk toch verdronken. Dit kan een verklaring zijn waarom over het algemeen de lagere diersoorten in de onderste aardlagen worden gevonden.

De folder vraagt zich af waarom er dan fossiele vissen in de onderste aardlagen gevonden worden. Vissen verdrinken toch niet? Allereerst moet gezegd worden dat vissen weldegelijk kunnen verdrinken door zuurstofgebrek in het water. En sommige vissen verdrinken als er niet genoeg water lang hun kieuwen stroomt. Tijdens de zondvloed regende het niet alleen maar heel hard. Ook zijn de 'fonteinen van de grote afgrond' opengebroken. Wat we hieronder moeten verstaan is niet precies bekend, maar we kunnen denken aan vulkanische activiteit in de oceanen. Ook kunnen vissen gestorven zijn door de verandering van het zoutgehalte van het water. Dit zou de aanwezigheid van de fossiele vissen kunnen verklaren.

De folder probeert een antwoord te geven op de vraag hoe het kan dat sommige fossielen door aardlagen heen steken en zegt dan: "Op Nova Scotia, Canada, zien we nog steeds hoe aardlagen zich razendsnel om bomen heen opbouwen." Men geeft dus toe dat aardlagen snel gevormd kunnen worden en geen miljoenen jaren in tijd hoeven te verschillen. Precies wat creationisten ook beweren. Waarom zou dat alleen gelden voor plaatsen waar dergelijke fossielen gevonden worden?

Het artikel vervolgt met: "Ook in de ontwikkeling van een foetus zien we de evolutie aan het werk." Gelukkig verwerpt de folder het werk van Haeckel, een wetenschapper die 140 jaar geleden foetussen van verschillende diersoorten zodanig tekende dat ze veel op elkaar leken. Hoewel de fraude enkele maanden later al werd ontdekt, vinden we het nog vaak terug. Kennislink maakt deze fout gelukkig niet. Wel stelt het dat alle zoogdieren in aanleg poten hebben. Walvissen hebben hebben botjes op de plaats waar andere zoogdieren poten hebben. Allereerst is het niet zeker of die botjes niet gewoon deel uitmaken van de heup. Die heup is geen zinloos overblijfsel van de evolutie, maar helpt het dier bij de voortplanting. Verder zijn overeenkomsten tussen diersoorten geen bewijs voor het hebben van een gemeenschappelijke voorouder; ze kunnen ook wijzen op een gemeenschappelijk Ontwerper. Waarom zou Hij voor elk dier helemaal overnieuw beginnen als Hij ook 'onderdelen' van een bestaand dier kan gebruiken? Hetzelfde geldt voor mensenstaartjes. Ze zijn geen bewijs dat we van de apen afstammen maar een teken dat onze Ontwerper genetische code heeft hergebruikt.

Men sluit af met de drie ingrediënten van evolutie: 1. Tussen soortgenoten van een diersoort zitten toevallige verschillen (bijvoorbeeld de snavel). 2. Zo’n verschil kan helpen bij het overleven in moeilijke omstandigheden. 3. Dat verschil wordt weer doorgegeven aan de kinderen. Met deze drie punten is niets mis; creationisten zijn het hier ook mee eens. Vervolgens stelt men dat dit zo logisch verklaart hoe het leven op aarde is ontstaan. U zult begrijpen dat dit helemaal geen logisch gevolg is van de zojuist genoemde drie punten. De zin had moeten luiden: zo zijn (vermoedelijk) variaties in de diersoorten ontstaan. Het verklaart immers niet hoe een cel is ontstaan en hoe een vis is geëvolueerd tot landdier (om maar wat te noemen). De folder besluit dat door goed te kijken naar fossielen en aardlagen en na te denken over hoe we nu in elkaar zitten, we evolutie kunnen aantonen. "Je hoeft dus niet te geloven in de evolutietheorie: je hoeft alleen maar om je heen te kijken om te zien dat het klopt." Wanneer we echter om ons heen kijken, dan zien we enkel vormen van micro-evolutie: veranderingen binnen de 'aard' van de dieren. Macro-evolutie kunnen we uiteraard niet 'live' in actie zien. Volgens de evolutietheorie kan dat immers miljoenen jaren duren. Fossielen kunnen ons echter een kijkje in het verleden geven. Er worden echter enkel fossielen gevonden van volledig ontwikkelde dieren; ze tonen niet de evolutie van dieren aan. Micro-evolutie hoef je inderdaad niet te geloven; daarvan kun je om je heen zien dat het klopt. Macro-evolutie (vis wordt landdier, landdier wordt vogel, enzovoort) is niet om ons heen te zien. Ook de fossielen tonen dit niet aan.

Meer weten? In mijn gratis boekje kunt u meer informatie vinden over het onderwerp "Schepping of Evolutie".