De volgende verzen wordt nog wel eens aangehaald om aan te geven dat de Bijbel in tegenspraak is met zichzelf.
Jakobus 1:13: God kan niet verzocht worden met het kwade, en Hij Zelf verzoekt niemand.
Genesis 22:1: En het geschiedde na deze dingen, dat God Abraham verzocht
Hier is Jakobus 1:13 uit zijn verband gerukt. De volledige tekst luidt (met vers 14):
Niemand, als hij verzocht wordt, zegge: Ik word van God verzocht; want God kan niet verzocht worden met het kwade, en Hij Zelf verzoekt niemand. Maar een iegelijk wordt verzocht, als hij van zijn eigen begeerlijkheid afgetrokken en verlokt wordt.
Nu zal duidelijk zijn dat de verzen niet tegenstrijdig zijn. In Genesis stelt God Abraham op de proef om te zien of hij alles voor Hem over heeft. In Jakobus gaat het om de verleiding tot het doen van zonden. God zal echter nooit proberen iemand te laten zondigen. Hij kan wel mensen op de proef stellen, maar dat zal Hij dus nooit doen door ze tot zonden te verleiden.