Toen God de mensen Adam en Eva schiep, was alles volmaakt. Er was geen ziekte, geen dood, er waren geen natuurrampen of andere vormen van ellende. De mens mocht van alle bomen in de hof waar zij verbleven eten, op één boom na. De mens was door God gewaarschuwd: als je daarvan eet, zul je sterven. Niet omdat de boom giftig was, maar als straf op het ongehoorzaam zijn aan God.

Toen kwam de duivel, de vijand van God en daarmee ook van alles wat God heeft gemaakt. Die zei: "Eet gerust van die boom. Jullie zullen niet sterven, maar worden als God. Jullie kunnen dan zelf beslissen wat goed is en wat niet".

De mens had toen de keus: luisteren naar God en Hem vertrouwen op Zijn woord, of zelf uitmaken wat goed is en wat fout. Helaas kozen ze voor de tweede optie. Ze aten van de boom. We noemen dit de zondeval. Hierdoor werd de harmonie in de schepping verstoord. De mens werd verdreven uit de hof, dieren begonnen elkaar aan te vallen en op de velden begon onkruid te groeien.

We zien dus dat de ellende niet bij God, maar bij de mensen vandaan komt. Maar is het niet erg onbarmhartig van God om alle mensen te straffen voor iets wat Adam duizenden jaren geleden heeft gedaan? God hield en houd zoveel van mensen dat het Hem heel veel verdriet deed dat ze Hem verlieten. Wanneer onze kinderen iets doen wat niet mag, straffen we hen daarvoor. Niet omdat we niet meer van ze houden, maar juist omdat we ze liefhebben en hen willen beschermen. Bovendien is God niet alleen een liefdevollle Vader, maar ook een rechtvaardige Rechter, die de zonde niet ongestraft kan laten. En dan kan het gebeuren dan de kinderen nog de gevolgen ondervinden van de fouten van hun ouders. En dat God veel van ons houdt, blijkt wel uit het feit dat Hij Zijn Zoon, de Here Jezus heeft gegeven om ons te redden van de eeuwige ellende die we verdiend hebben. Niet alleen is de zonde door één mens (Adam) in de wereld gekomen, maar ook door één Mens (Jezus) weer weggenomen. Wie durft nu nog te zeggen dat God onbarmhartig is?

Bovendien zijn niet alleen Adam en Eva schuldig. Ook wij hebben de keus tussen goed en fout, net als zij. En ook wij hebben de keus wie we laten beslissen wat goed is en wat niet. Laten we God beslissen of beslissen we zelf? Veel ellende veroorzaken we zelf. Als iedereen deelde met de ander, zou er geen armoede zijn. En hoeveel ellende zou ons bespaard blijven als we geen dingen willen hebben die een ander heeft, als we evenveel van de ander zouden houden als van onszelf; diefstal en oorlog, aanrandingen en zinloos geweld zouden niet meer bestaan.

Maar hoe zit het met natuurrampen en ziekten? Zijn dat straffen van God? Het is waar dat deze zaken het gevolg zijn van de zondeval. Maar dat wil niet zeggen dat elke ramp het gevolg is van een bepaalde zonde die een volk of persoon heeft begaan. Toen Jezus en Zijn leerlingen een blindgeborene ontmoetten, vroegen de leerlingen of zijn ouders soms gezondigd hadden en daarom voor straf een blind kind hadden gekregen. Dat was niet het geval (Johannes 9 vers 1 en verder). Wanneer ons zelf allerlei rampen en ziekten bespaard blijven, moeten we niet denken dat we beter (minder zondig) zijn dan hen die het wel overkomt. Toen Pilatus enkele Galileërs had gedood en toen de torens van Siloam instortten, zei Jezus dat de overlevenden niet moesten denken dat ze minder schuldig waren dan de slachtoffers (Lukas 13 vers 1 en verder).

Ook kan gierigheid en hebzucht ons parten spelen bij natuurrampen. Wie bij naderend onheil eerst nog allerlei bezittingen wil veiligstellen, heeft beduiden minder kansen om het te overleven of zal zwaardere verwondingen oplopen dan iemand die direct wegvlucht.

Ook kan onze omgang met de natuur voor rampen zorgen of rampen verzwaren. Door de opwarming van de aarde worden stormen heviger, wat grotere kans geeft om tornado's, overstromingen en dijkdoorbraken. En het is natuurlijk ook niet verstandig om vlakbij een vulkaan te wonen of in een gebied waar in het verleden zware aardbevingen hebben plaatsgevonden. Uiteraard heeft niet iedereen de keuze om te verhuizen. Met name de armen kunnen niet weg en worden, door gebrekkige bescherming, vaak het hardst getroffen. Zij kunnen echter door de rijken geholpen worden. De rijken hebben van God hun rijkdom niet gekregen om voor zichzelf te houden, maar om die te delen met de minder bedeelden. Zij kunnen de armen beschermen tegen natuurgeweld door hen bijvoorbeeld betere huizen en waarschuwingssystemen te geven.

Hiermee is natuurlijk niet alles verklaard. Vooral persoonlijke 'waaroms' zullen blijven. Ga hiermee gerust in gebed naar God. Hij wil en kan u helpen. Dit hoeft niet altijd te betekenen dat het lijden van u wordt weggenomen. Wel dat u de kracht krijgt het lijden te dragen.