Hoofdstuk 10. Bijzondere dieren

Motten en vlinders

Motten en vlinders kennen vier stadia:

  1. Eitje

  2. Rups

  3. Pop

  4. Vlinder of mot

Hoe zijn deze dieren geëvolueerd? Is een rups geëvolueerd uit een ander dier en heeft het later geleerd om te vliegen? Dat is onmogelijk! Een rups heeft namelijk geen voortplantingsorganen. Heeft hij die vroeger misschien wel gehad en later verloren? Dat zou een verlies zijn in plaats van winst. Rupsen die zich wel voort kunnen planten, zouden dan in de meerderheid moeten zijn, maar helaas: ze zijn er niet.

Rupsen hebben meestal een goede schutkleur en eten bladeren die zo ongeveer het hele jaar te vinden zijn. Vlinders hebben vaak felgekleurde vleugels en eten nectar dat slechts gedurende een beperkt gedeelt van het jaar beschikbaar is. Waarom heeft de rups de veiligheid opgegeven en gekozen voor het gevaar? Felle kleuren kunnen gebruikt worden om de andere sekse te lokken, maar daar zijn ook veel minder opzichtige methoden voor.

Hoe heeft een rups geleerd zich in een vlinder te veranderen? De rups verpopt zich eerst om vervolgens te veranderen in een vlinder. Het beest ondergaat dus een complete metamorfose.Organen veranderen in een soort soep waaruit weer andere organen ontstaan. Zou dit kunnen gebeuren door miljoenen jaren van kleine veranderingen? Wat zou er dan miljoenen jaren geleden uit een pop zijn gekomen? Een iets andere rups? Lijkt me niet echt zinvol. Het lijkt erg toch veel meer op dat dit proces 'geprogrammeerd' is door een intelligent ontwerper.

Monarchvlinders

Monarchvlinders vliegen in de herfst duizenden kilometers naar het zuiden. Daar komen ze allemaal samen op een plek die niet groter is dan een woonwijk. En elk jaar komen ze weer op deze zelfde plek samen. Men heeft er inmiddels een beschermd gebied van gemaakt. Hoe kunnen die vlinders die plek vinden na een vlucht van duizenden kilometers? Ze kunnen de route niet van hun ouders leren, want elke vlinder maakt de vlucht maar een keer. En vlinder die uit de pop komt, weet instictief waar hij naartoe moet. Hoe zou hij dit hebben kunnen leren als hij een voorouder had die daar niet naartoe moest of zelfs maar kon gaan? Opnieuw zien we dat het veel waarschijnlijker is dat de vlinder is ontworpen, en dat de Ontwerper hem standaard met een fantastisch navigatiesysteem heeft uitgerust.

Yuccamot

De yuccamot is, zoals de naam al aangeeft, afhankelijk van de yucca. Overdag zit deze plant dicht en zit de mot veilig binnenin de plant. 's Nachts gaat de plant open en kan de mot naar buiten. Hij gaat echter niet opzoek naar voedsel. Dat heeft ook geen nut, want hij heeft geen mond meer. Hij gaat alleen naar buiten om te paren en om yucca's te bestuiven. Dat bestuiven gaat niet per ongeluk, zoals bij andere insecten. Die krijgen tijdens het verzamelen van nectar wat stuifmeel aan hun poten en verliezen dat weer bij de volgende plant. De yuccamot pakt echter bewust het stuifmeel op, draait er een balletje van en houdt deze vast met twee speciaal hiervoor gemaakte houdertjes. Met dat stuifmeel vliegt hij naar een andere yucca en slaat het balletje stuifmeel de stamper in met zijn kop. Dit ook de enige manier om de yucca te bestuiven. Andere insecten hebben trouwens ook geen interesse in de yucca, omdat het geen nectar produceert. Zonder mot sterft de yucca dus uit. En zonder yucca kan de mot niet overleven. Hoe zou deze symbiose door toeval moeten zijn ontstaan?

Oude vlinders

Volgens Wikipedia stammen de oudste fossielen van 'echte' vlinders uit het Paleogeen, zo'n 50 miljoen jaar geleden. In die tijd ontstonden ook de eerste bloeiende planten. Nu zijn in China en Kazachstan echter vlinderfossielen gevonden die stammen uit het Jura, zo'n 100 miljoen jaar geleden. De fossielen zijn zo goed bewaard gebleven dat ook het zuigorgaan nog intact was. Daarin is koolstof aangetroffen wat doet vermoeden dat het dier van nectar moet hebben geleefd. Maar bloeiende planten (en dus ook nectar) ontstonden pas 50 miljoen jaar later. Een enorm probleem voor het evolutiemodel.